De kracht van de Maan is al tienduizenden jaren bekend. De eerste maankalenders werden ontdekt in grotten in Frankrijk en Duitsland. Volgens de NASA stammen deze kalenders uit het late paleolithische tijdperk – rond 32,000 jaar voor Christus! De Maya’s, Kelten en Inca’s wisten niet beter dan dagelijks te leven met het ritme van de Maan. Tijd voor een geschiedenisles over het ontstaan van de historische maankalenders en hoe deze in sommige culturen nog dagelijks wordt gebruikt.
Ontdekking van de eerste maankalendersIn zijn spraakmakende onderzoek ‘The Roots of Civilization’ (1972), ontwikkelde Alexander Marshack de theorie dat de inkervingen op verschillende paleolithische botplaques (inkervingen op dierenbotten) niet per se waren om te communiceren, maar juist dienden ter aanduiding van tijd. Deze tijd noteerden ze aan de hand van de stand van de Maan. Vondsten uit de grot Thaïs in Frankrijk duidden volgens hem 29 inkepingen aan, overeenkomend met de duur tussen twee manen.¹ (cyclus van de Maan duurt 29 dagen)
In Warren Field, Schotland, is het oudste Mesolithische maankalender monument gevonden. Het dateert van ongeveer 8,000 voor Christus en bevat twaalf kuilen die waarschijnlijk voor de twaalf fases van de Maan staan. De ontdekking is recent en de opgraving vond pas plaats in 2004.
Veel van de maankalenders werden gevonden op losse stenen, in grotten of op dierenbotten. De kleine voorwerpen waren geschikt omdat ze gemakkelijk mee konden op jacht – die soms uit wel wéken duurde. De mensen van toen jaagden bijvoorbeeld op paarden, bizons en mammoeten. De oeros daarentegen – de voorloper van de bizon en koe-achtigen zoals wij die kennen – werd volgens NASA als magisch of zelfs heilig gezien, waardoor het dier een belangrijke rol speelt in de eerste tekenen van sterrenbeelden.
Invoering Gregoriaanse kalender
Dat de Gregoriaanse kalender nu dominant is in het Westen, is niet heel vanzelfsprekend. De kalender is gebaseerd op de Zon en werd vlak na de Middeleeuwen ingevoerd door Paus Gregorius XIII. Hij was echter niet de uitvinder ervan, dat was Julius Caesar – de Gregoriaanse kalender is namelijk een variant op de Juliaanse kalender. Voordat Julius Caesar zijn ‘eigen’ kalender – hij werd geadviseerd door astronoom Sosigenes van Alexandrië – invoerde, was de maankalender de dominante kalender. Sosigenes adviseerde Caesar, met oog op het slagen van de nieuwe kalender, om de maankalender van die tijd volledig in de ban te doen. De maanden van de nieuwe kalender waren gebaseerd op de verschillende seizoenen en een jaar had een lengte van 365,25 dagen. Daarnaast was de kalender helemaal gebaseerd op de Zon. Onder anderen omdat 365,25 dagen onhandig was (voor bijvoorbeeld het innen van belastingen), werd er later volgens Britannica een schrikkeljaar ingevoerd. Elke vier jaar was er een jaar met een extra dag: 24 februari vond twee keer plaats.
De invoering van de Gregoriaanse kalender had twee redenen: het aantal dagen, waarin de Aarde om de Zon draaide, klopte niet; per eeuw zou dit één dag afwijken. Daarnaast kwam geloof om de hoek kijken: de Christenen hadden houvast nodig om ieder jaar de datum waarop Pasen valt vast te stellen, wat weer samenging met de Equinox. Dit was niet mogelijk met de incorrecte Juliaanse kalender. De herziende – Gregoriaanse – kalender wordt tegenwoordig in bijna alle Westerse landen gebruikt. Gedurende de twintigste eeuw gingen ook steeds meer niet-Westerse landen overstag, maar de Gregoriaanse kalender is zeker niet voor de hele wereldbevolking leidend.
Huidige maankalenders
Zoals de naam zegt, is een maankalender gebaseerd op de tijd die de maan nodig heeft om rond de Aarde te draaien. Deze tijd wordt aangeduid als maand. De Gregoriaanse kalender is een zonnekalender en gaat dus uit van hoe lang de Aarde doet over het om de Zon draaien.
Rudolf Steiner (1861-1925) speelde een grote rol in de ontdekking en ontcijfering van historische maankalenders. Hij was een gerenommeerd filosoof, schrijver en esoreticus met grote invloed op hoe wij naar de relatie tussen mens en de planeten kijken. Volgens zijn theorie is de mens het resultaat van invloeden van de Aarde en de rest van de kosmos – bestaande uit sterren, de Zon en de Maan.²
Wat jouw visie ook is, het blijft een feit dat maankalenders – soms van religieuze aard, soms gebruikt voor systematische tellingen – de mensheid al tienduizenden jaren in zijn greep houdt. Je vindt daarom de meest bekende maankalenders hieronder.
Maankalender in Aziatische cultuur
Grote kans dat je bekend bent met de Chinese maankalender. Het Chinese jaar is gebaseerd op de stand van de Maan – niet op de Zon, zoals de standaard kalender in het Westen – en is opgebouwd uit twaalf maanden, die allemaal uit 29 of 30 dagen bestaan. Het totale jaar is daarmee elf dagen korter dan een jaar zoals wij het kennen. De jaartelling is ook net wat anders, omdat deze niet is gebaseerd op het Christendom, maar is gestart op de dag van de kroning van de eerste Chinese Keizer, 2697 voor Christus. Toch wordt de Chinese kalender niet overal in China gebruikt. Door onder andere handel met het Westen wordt de Gregoriaanse kalender ook in Azië steeds dominanter. De Chinese kalender wordt met name ingezet voor feestdagen, zoals het Chinees nieuwjaar. Omdat een maanjaar 11 dagen korter is dan een zonnejaar, zouden op den duur de maanden in andere seizoenen vallen. Om dat te voorkomen is er geen schrikkeldag, maar zeven keer per negentien jaar een gehele schrikkelmaand.
De Inca’s en hun Quipu-kalender
Een korte geschiedenisles: het Inca Rijk spreidde zich in de loop van de geschiedenis uit over het Andesgebergte, Zuid-Amerika, met als hoofdstad het nu Peruaanse Cuzco. Maar het gezegde luidt niet voor niets ‘hoogmoed komt voor de val’: toen de Inca’s – een indianenvolk - machtiger dan ooit tevoren waren, overleed hun leider én zijn opvolger, waarschijnlijk door de pokken – de dodelijke epidemie van die tijd. Rond diezelfde tijd begon Spanje langzaam met een verovering van Zuid-Amerika, het pre-koloniale tijdperk kwam aan zijn einde, en Columbus’ ontdekking van Amerika in 1492 leidde tot de val van het Inca Rijk.
De Inca’s hadden een eigen taal: Quechua. Ze hadden echter geen geschrift, maar communiceerden met elkaar door middel van quipu’s: geknoopte koorden geregen aan een soort ketting. De knopen staan voor bepaalde data en eenheden. Uit bekend onderzoek van Tom Zuidema³ blijkt dat de Quipu ook werd gebruikt als maankalender. De kalender die de Inca’s hanteerde bestond uit twaalf synodische maanden – maanden gerelateerd aan de hand van hemellichamen – die werden berekend van Nieuwe Maan tot Nieuwe Maan. Om ongeveer gelijk te blijven lopen met een zonnejaar, werd iedere twee à drie jaar een dertiende maand ingevoerd. De kalender werd praktisch ingezet, maar ook ritueel gebruikt – en dat laatste gebeurt vandaag de dag nog steeds. Inmiddels is de kalender een status- en machtssymbool en wordt hij bij belangrijke rituelen gebruikt.⁴
Het is niet verrassend dat de Inca’s hun leven leidden op basis van de een maankalender. Hun religie draaide om de Zon én de Maan; zonnegod Inti speelde een grote rol, net als maangod Quilla en oppergod Viracocha. Op basis van de maankalender en de fases van de landbouw vonden iedere maand religieuze feesten plaats in het Inca Rijk, waarin goden werden geëerd en volken verbroederden.⁵
Mayakalender
De Mayakalender hield grofweg tien jaar geleden de wereld spontaan in zijn greep: 21 december 2012 zou het einde van de wereld zijn, aldus de Maya’s. Gelukkig was dat niet het geval en werd er een nieuwe datum geprikt: een in 2017. Ook die hebben we overleefd. Hoe werkt de Mayakalender precies en waarom houden dit soort voorspellingen stand?
De Maya’s leven in Meso-Amerika, wat reikt over Mexico, Honduras, El Salvador, Guatamala en Belize. Net als bij de Inca’s, kwam het Maya Rijk ten einde met de komst van de Europese kolonisten. Maar de tradities leven voort en er wonen nog steeds rond de negen miljoen Maya’s in het gebied. Waar veel stammen en culturen slechts één kalender gebruiken, hebben de Maya’s drie dominante systemen. Een daarvan is de religieuze kalender Tzolkin, die uit twintig periodes van dertien dagen bestaat. Deze kalender werd voornamelijk gebruikt bij het doen van voorspellingen. De Maan, sterren en andere planeten werden door hen gezien als goden, die invloed uitoefenden op het dagelijks leven op aarde. Op basis van iemands geboortedag voorspelden priesters hoe iemands leven zou verlopen. Hiernaast bestond er de Haab – een kalender van 365 dagen, die werd gebruikt voor ‘burgerzaken’. Dan was er nog de Lange Telling: een kalender die gebeurtenissen in een historische volgorde plaatste. Samen vormden de drie kalenders een ‘kering’.⁶
Wat de Tzolkin kalender onderscheid van de anderen, is dat je jouw eigen geboorte-energie ermee kan berekenen. Deze valt onder vier thema’s: passie, introspectie, transformatie en voltooiing. Introspectie kan bijvoorbeeld duiden op grote transformerende veranderen in het leven en op het belang van het innemen van je eigen plek. De lijst is eindeloos en ingewikkeld, maar er zijn genoeg (betaalde) calculators te vinden waarmee jij een uitgebreid uittreksel van jouw geboortedag ontvangt op basis van de Mayakalender.
Keltische maankalender
Wat we omschrijven als de ‘Keltische kalender’ is eigenlijk een samenstelling van Keltische systemen die de tijd registreerde, nog vóór het Christelijke tijdperk. De Gallische Coligny-kalender is hier onderdeel van. Deze duidt de duur van de dag, week en maand aan, inclusief feestdagen en is de oudste Keltische zon-maankalender, gevonden in Frankrijk. De kalender doet een poging om de zon- en maancycli samen te smelten, maar de maancyclus is hierbij leidend. Het is dan ook niet vreemd dat de Kelten een grote waarde hechtten aan de nacht: de wassende en afnemende Maan stonden centraal in hun levens. Ze noemden de Maan trouwens niet bij haar naam, maar refereerde naar haar als ‘de koningin van de nacht’.⁷
In de Keltische kalender begint iedere maand met een Volle Maan. De kalender bestaat uit cycli van dertig jaar, die weer bestaan uit vijf cycli van 62 maanden gebaseerd op de Maan – één cyclus bestaat uit 61 maanden. Weken zoals wij die kennen bestaan niet, periodes worden aangeduid met veertien dagen. Dagen worden aangeduid als ‘goed’ of ‘niet goed (MAT en ANM), op basis van observatie.
Bron: Felipe Guaman Poma de Ayala
Het Keltische jaar start met Samhain, dat rond 31 oktober valt. Het kenmerkte de aanvang van de herfst, voor de Kelten de aftakeling van de natuur – hoe mooi dit jaargetijde ook kan zijn. Voor hen toonde de herfst aan dat het hier en nu héél dicht bij het hiernamaals stond. Zie het als de start van Halloween zoals wij dat nu kennen, zelfs inclusief pompoenen :-)
Imbolc is het volgende belangrijke moment, dat eind januari plaatsvindt, dat het naderende einde van de winter viert. Vervolgens vierden de Kelten Beltain rond 1 mei, dat volledig draaide om vruchtbaarheid. Het vee werd naar buiten gelaten, er werd handelgedreven en vooral feest gevierd.
Hierop volgend vond Lughnasadh plaats, een zomerfestival dat twee weken duurde, rond eind juli. Het feest was ter ere van de god Lugh, die de Kelten linkten aan vaardigheden en behendigheid, zoals paardenraces.
Inmiddels is ook de Keltische Boom Kalender erg populair – een kalender die dertien maanden indeelt in verschillende boomsoorten. De Keltische ‘boomastrologie’ gaat ervan uit dat de datum en tijd van je geboorte is gelinkt aan de ontwikkeling van je gedrag en persoonlijkheid. Dit systeem is ontwikkeld vanuit de uitgebreide kennis die de Druïden bezaten over de natuurlijke cycli en hun link met bomen.
Het is misschien wat ingewikkelde kost, maar bovenstaande geschiedenisles is stof tot denken. We gebruiken een kalender op basis van de zon nog maar relatief kort – de maankalenders hebben bijna altijd het leven van de mens geleid. Soms op religieuze wijze, soms om meer praktische redenen. Beiden benadrukken de magie en enorme invloed van de maan op het leven op aarde. Ben jij al bekend met de kracht van de Maan? Je leest er hier alles over.